BOUWPLAATS is een kunst-educatief project dat is uitgevoerd in 2012-2013 in alle groepen van de Nicolaas Beetsschool in Alkmaar.

▪ Ateliers in school

Op twee locaties werd een atelier ingericht. Zodat er een duidelijke plek is waar van alles kan gebeuren, net even anders dan in de klas. Een plek waar ruimte is om te experimenteren, waar je niet bang hoeft te zijn om rotzooi te maken, waar het vies mag worden, waar bijzonder materiaal aanwezig is of misschien wel heel alledaags materiaal dat uitnodigt om bijzondere dingen mee te maken.

▪ Beeldend kunstenaars

In de ateliers werd gewerkt met 3 beeldend kunstenaars: Jaap Velserboer, Floor Max en Irma de Bruijne. Vanuit hun eigen ervaring als kunstenaar begeleidden zij de kinderen en de leerkrachten. Een kunstenaar maakt iets uit het niets en de weg daarnaar toe is een spannende zoektocht. Het werk van Andy Goldsworthy en Panamarenko laat zien dat er overeenkomsten kunnen zijn in de creatieve processen van kinderen en kunstenaars.

▪ Ontdekkend leren

Jezelf vragen stellen, experimenteren met materiaal, onderzoeken, ontdekken hoe de wereld in elkaar zit, verwondering, je eigen verhaal vertellen, samenwerken. Een atelier is de ideale plek om op deze manier te werken. Je kunt het niet fout doen en sommige kinderen zullen misschien ontdekt hebben dat ze talenten bezitten die nooit aan bod kwamen.

▪ Scholing kinderen én leerkrachten

Niet alleen de kinderen leerden veel, ook de leerkrachten werden geschoold. Onder andere in verschillende studiedagen. Het werken in de ateliers was onderverdeeld in 2 periodes. In de 1ste periode werkten de kunstenaars met de kinderen. De leerkrachten hadden de tijd om hun eigen leerlingen nu eens in een heel andere context te zien. In de 2de periode werkten de leerkrachten met hun eigen groep en werden zij begeleid door de kunstenaars.

▪ Thema’s

De eerste periode werd gewerkt vanuit het thema ‘bouwen’. Bouwen met allerlei materiaal zoals stenen, bamboestokken of piepschuim, bouwen met karton of met wilgentenen en tie-rips. Bouwen door te stapelen, te verbinden, te vervormen. Bouwen in de hoogte of juist door het uitleggen en omsluiten van vormen. En hoe teken je dat wat je bouwde? Begrippen als evenwicht, balans en symmetrie, hoeveelheden, ordenen en verzamelen kwamen heel vanzelfsprekend aan de orde. De kinderen zochten naar manieren om stevige verbindingen te maken en ontwikkelden de nodige vaardigheden. Ook werd er gepraat en nagedacht over wat dat eigenlijk is; bouwen.

De tweede periode sloot aan bij het schoolproject ‘bouwen en dieren’. Hoe bouwen dieren? Hoe groot, hoe zacht of hoe donker moet het hol van een konijn worden? En zouden we van oude onderdelen een hele nieuwe insectensoort kunnen ontwerpen?

▪ Hoe verder?

Deze onderzoekende en procesgerichte manier van werken bleek een verrijking voor ons onderwijs. Daarvoor is het gezichtspunt en de ervaring van een beeldend kunstenaar essentieel. En, zoals een van de leerkrachten opmerkte, ‘je kunt het de kinderen niet meer onthouden nu ze er mee hebben kennis gemaakt. Ze vroegen wanneer we weer naar het atelier gaan. Atelier! Atelier! riepen ze met z’n allen’